$180.000 bespaard door vroege detectie van een hoofdlagerfout in een windturbine


Machine Overzicht

Deze case richt zich op een direct-drive windturbinengenerator van 2,0 MW, die de rotatie-energie van de bladen rechtstreeks omzet in elektrische stroom.

Omdat de turbine op lage toerentallen werkt, is ze afhankelijk van grote hoofdlageringen om de rotoras te ondersteunen en een soepele, stabiele rotatie te garanderen.


Monitoringapparatuur en Softwareconfiguratie

I-care-betrouwbaarheidsingenieurs installeerden Wi-care™-monitoringsensoren om continu de trillingsniveaus te volgen. De sensoren werden strategisch geplaatst op de hoofdlageringen en de generatorstructuur, in overeenstemming met de VDI 3834-normen.

Zodra het systeem was ingesteld, verzonden de Wi-care™-sensoren de machinedata naar I-see™, het door AI aangedreven analyseplatform van I-care. Dit platform classificeert de datapunten en bepaalt of ze wijzen op normale werking, vroege tekenen van degradatie, of een kritische alarmtoestand. De door AI gegenereerde inzichten worden samengebracht in rapporten, die een duidelijk overzicht geven van de gezondheidstrends van de componenten.

De analisten van I-care beoordelen vervolgens deze rapporten om mogelijke problemen te identificeren en aanbevelingen te formuleren, zoals beschreven in de volgende stappen.

Gedetailleerde Analyse

I-see™ detecteerde trillingsniveaus aan het voorste hoofdlager die de alarmdrempels overschreden, met verhoogde activiteit in het bereik van 10–1000 Hz.

De gegevens lieten trillingspieken zien die synchroon liepen met de rotatiesnelheid van de rotor, wat erop duidt dat de anomalie rechtstreeks verband hield met de werking van de turbine.

Een I-care-specialist analyseerde de trillingsgegevens volgens de VDI 3834-normen en identificeerde een defect aan de binnenring van het voorlager.

De trillingspieken kwamen overeen met de verwachte BPFI-frequentie, wat de fout bevestigde.

De I-care-ingenieur adviseerde om het smeersysteem van het lager door te spoelen om vuil te verwijderen en slijtage te verminderen. Om de interne toestand van het component te beoordelen, werd tevens een endoscopische inspectie aanbevolen.

Daarnaast stelde de ingenieur voor om het geleverde vermogen te beperken om de belasting op het lager te minimaliseren. Door de turbinetoerental van 19 RPM naar 17 RPM te verlagen, zou de belasting op het beschadigde lager afnemen, waardoor de turbine met een verminderd risico in bedrijf kon blijven tot de inspectie uitgevoerd kon worden

Een onderhoudstechnicus voerde het doorspoelen uit en verrichtte een endoscopische inspectie via de beschikbare toegangspoorten. De inspectie bevestigde de diagnose uit de trillingsanalyse en bracht duidelijke lagerschade aan het licht.

Een daaropvolgende test in vrijloopmodus onthulde oscillaties die overeenkwamen met speling in de aandrijflijn, rechtstreeks gerelateerd aan het beschadigde lager.

Terwijl werd gewacht op de vervanging van het voorste hoofdlager, bevestigde de continue monitoring van I-care dat het draaien op een lager toerental de trillingen binnen aanvaardbare grenzen hield. Hierdoor kon de turbine met een verminderd risico blijven draaien en werd een kostbare stilstand vermeden. Samen bevestigden deze bevindingen de bovenstaande analyse en ondersteunden ze de planning van het onderhoud.

Omdat het vervangen van het voorste hoofdlager een zware operatie is die een kraan vereist om het voorste gedeelte van de turbine te demonteren, besloot het onderhoudsteam de interventie uit te stellen tot een geschikt moment zich zou voordoen.

De turbine bleef onder nauwlettende monitoring nog acht maanden veilig in bedrijf voordat de vervanging plaatsvond.

Deze strategie stelde de operatoren in staat om meerdere turbines die kraanondersteunde werkzaamheden nodig hadden te groeperen, wat zowel de kosten als de inzet van personeel optimaliseerde.